Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het voortgezet onderwijs

 

Artikel 10h Aansluiting bij samenwerkingsverband; permanente commissie leerlingenzorg
1
Het bevoegd gezag van een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, van een school voor voorbereidend beroepsonderwijs, van een scholengemeenschap waarvan ten minste deel uitmaakt een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of een school voor voorbereidend beroepsonderwijs, of van een school voor praktijkonderwijs, is aangesloten bij een samenwerkingsverband met twee of meer andere van deze scholen of scholengemeenschappen. Een samenwerkingsverband omvat ten minste één school voor praktijkonderwijs en drie scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voor voorbereidend beroepsonderwijs, waaronder in ieder geval een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en een school voor voorbereidend beroepsonderwijs. Indien van een samenwerkingsverband niet drie scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voor voorbereidend beroepsonderwijs deel uitmaken, maar twee scholengemeenschappen die elk in ieder geval een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en een school voor voorbereidend beroepsonderwijs omvatten, kan Onze Minister onder door hem te stellen voorwaarden dat samenwerkingsverband aanmerken als een samenwerkingsverband als bedoeld in de tweede volzin. Het samenwerkingsverband heeft tot doel zo veel mogelijk leerlingen voor wie vaststaat dat een orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden, deel te laten nemen aan het onderwijs in een van de leerwegen, genoemd in de artikelen 10, 10b en 10d.
2
Indien een bevoegd gezag wenst deel te nemen aan een samenwerkingsverband, wordt deze deelname door het samenwerkingsverband niet geweigerd. Een samenwerkingsverband waarvan geen school voor praktijkonderwijs deel uitmaakt, wordt gelijkgesteld met een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, indien de bevoegde gezagsorganen in het samenwerkingsverband met de bevoegde gezagsorganen in een of meer andere samenwerkingsverbanden die voldoen aan het eerste lid, tweede volzin, zijn overeengekomen dat ten behoeve van de leerlingen van het eerstbedoelde samenwerkingsverband praktijkonderwijs wordt verzorgd door een of meer van de scholen voor praktijkonderwijs die deel uitmaken van bedoelde andere samenwerkingsverbanden. Het bevoegd gezag kan ten aanzien van een school slechts deelnemen aan één samenwerkingsverband. Onze Minister kan onder door hem te stellen voorwaarden toestaan dat van de derde volzin wordt afgeweken.
3
De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband dragen gezamenlijk zorg voor een toereikende organisatie en deskundige ondersteuning van het onderwijs voor leerlingen voor wie een orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden, alsmede voor overdracht van de deskundigheid op dit gebied tussen de scholen in het samenwerkingsverband. De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband kunnen gezamenlijk een of meer voorzieningen in het samenwerkingsverband, met het oog op de uitoefening van de in de eerste volzin genoemde taken, aanduiden als ?orthopedagogisch-didactisch centrum?. De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband zijn aangesloten bij dezelfde rechtspersoon, bedoeld in artikel 53b.
4
De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband stellen gezamenlijk een permanente commissie leerlingenzorg in. Zij vragen advies aan deze commissie over het aanbod en de invulling van leerwegondersteunend onderwijs en over het aanbieden van dat onderwijs aan leerlingen voor wie de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat zij toelaatbaar zijn tot het praktijkonderwijs.
5
De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband stellen jaarlijks gezamenlijk een zorgplan vast en zenden dit vóór 1 juni voorafgaand aan het desbetreffende schooljaar aan de inspectie en de minister. Het zorgplan bevat in ieder geval:
a
de maatregelen die zijn getroffen om zo veel mogelijk leerlingen als bedoeld in het eerste lid deel te laten nemen aan het onderwijs in een van de leerwegen, verzorgd door een of meer van de aan het samenwerkingsverband deelnemende scholen,
b
een omschrijving van de in het derde lid bedoelde organisatie, ondersteuning en overdracht, alsmede, indien van toepassing, van de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het tweede lid, tweede volzin,
c
de wijze waarop de middelen, bedoeld in artikel 77, vierde lid, worden ingezet.
d
een reglement voor de permanente commissie leerlingenzorg,
e
een omschrijving van de wijze waarop de ouders van leerlingen als bedoeld in het derde lid, informatie wordt verstrekt over de uitvoering van het derde en vierde lid, en
f
de te verwachten resultaten.
6
De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband stellen jaarlijks gezamenlijk een evaluatieve voortgangsrapportage vast en zenden deze voor 15 november volgend op het desbetreffende schooljaar aan de inspectie en de minister.
7
De bevoegde gezagsorganen in een samenwerkingsverband kunnen hun in het derde tot en met zesde lid opgedragen taken en bevoegdheden overdragen aan een door hen gezamenlijk in te stellen orgaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •